REGLEMENT WEDSTRIJDLEIDER

 

Artikel 1.

Tot wedstrijdleider van de K.B.N. kunnen worden benoemd, zij die ten genoegen van het Bondsbestuur hebben aangetoond over voldoende kennis en kwaliteiten te beschikken om als zodanig te kunnen optreden.

 

Artikel 2.

De in artikel 1 bedoelde wedstrijdleider dient een examen af te leggen over:

  1. het wedstrijdreglement;
  2. het spelreglement;
  3. het wedstijdleidersreglement.

Bovendien dient hij in staat te zijn de indeling, de organisatie en de administratieve afhandeling van wedstrijden goed uit te voeren.

 

Artikel 3.

Na gebleken geschiktheid ontvangt de wedstrijdleider van het bestuur een diploma, dat door de voorzitter van de K:B:N. en de hoofdwedstrijdleider is ondertekend.

 

Artikel 4.

Tot de taak van de wedstrijdleider tijdens een wedstrijd behoort:

  1. het controleren van de kaartspellen;
  2. het herstellen van onregelmatigheden;
  3. het opleggen en/of kwijtschelden van straf;
  4. het zorg dragen voor een goed spelverloop;
  5. het aantekening houden van verzaken;
  6. het controleren van tellijsten;
  7. het toezien op het uitspelen van iedere beurt;
  8. het meedelen van afwijkende spelbepalingen;
  9. het optreden als scheidsrechter bij geschillen.

 

Artikel 5.

Bij overtreding van een speregell deelt de wedstrijdleider een waarschuwing uit en maakt hiervan een aantekening onder vermelding van naam en deelnamenummer. Na afloop van iedere ronde worden deze aantekeningen ingeleverd bij de hoofdwedstrijdleider.

 

Artikel 6.

Een deelnemer wordt door de hoofdwedstrijdleider gediskwalificeerd indien;

  1. twee maal een waarschuwing is gegeven voor hetzelfde feit aan de zelfde deelnemer(s);
  2. drie maal een waarschuwing is gegeven voor verschillende overtredingen;
  3. een deelnemer zich in ernstige mate onbehoorlijk heeft gedragen tegen medespeler(s) of wedstrijdleiding.

 

Artikel 7.

Elke diskwalificatie dient door de hoofdwedstrijdleider te worden doorgegeven aan het K.B.N. bestuur.